Geschiedenis

Hieronder een overzicht van de geschiedenis van L’ Eglise Wallonne d’ Arnhem:

Geschiedenis van het gebouw

De Waals-Hervormde Kerk van  Arnhem is gebouwd in de eerste helft van de 15e eeuw. Het gebouw is opgetrokken in Gotische stijl en heeft vóór 1860 een tussenverdieping, rustende op tweemaal vier pilaren. Het is het enige overblijfsel van een klooster, dat zich rondom deze kapel uitstrekte. Dit klooster van de zusters des Gemeenen Levens was aan Maria gewijd. De zusters verhuizen in 1428 naar een plaats buiten de stad, Bethanië. In datzelfde jaar wordt het klooster betrokken door de Agnietenzusters.

Digitale maquette door 3darnhem

Van het kloosterleven is weinig bekend. Als de reformatie zijn intrede doet en het Calvinisme grote invloed krijgt, breken er voor de kloosterzusters moeilijke tijden aan. Ze mogen geen erediensten meer houden, geen nieuwe zusters aannemen en het is verboden een habijt te dragen. Om het verlaten van het klooster te stimuleren krijgen zusters die wel willen trouwen maar niet over voldoende geldmiddelen beschikken, een premie van het stadsbestuur!

In 1636 is het klooster uitgestorven. De lege gebouwen worden aan de bewoners van het St. Catharinagasthuis toegewezen. Dit gasthuis, in de Bakkerstraat gelegen, was te klein en bouwvallig geworden. De St. Agnietenkapel wordt nu de Gasthuiskerk. In de voormalige kloostergebouwen worden niet alleen bejaarden gehuisvest, maar ook gewonde soldaten en lijders aan de pest. Aan arme vreemdelingen op doorreis geeft men onderdak.
Vanaf 1751 houdt de Waals-Hervormde Gemeente van Arnhem (opgericht 1684) haar diensten in deze kerk. Van 1794 tot 1797 en in 1813 wordt de kerk ingericht als hospitaal.

In 1860 besluit de kerkenraad van de Waals-Hervormde Gemeente de kerk aan te kopen. Door sloop van de belendende percelen komt de kapel vrij te staan. Een belangrijke en ingrijpende verbouwing o.l.v. architect Eberson vindt plaats. Aan de zijde van het koor wordt een achthoekige consistoriekamer gebouwd. Door een dubbele deur achter de preekstoel komt men in de kerk. De buitenzijde van de kerk wordt bepleisterd.

Het kerkgebouw ondergaat sindsdien geen grote wijzigingen, totdat het bombardement van september 1944 het verandert in een ruïne. Slechts de muren blijven overeind. Toch besluit men het te restaureren. Ir. J. B. Baron van Asbeck heeft als architect de leiding. De consistoriekamer wordt niet herbouwd. Een versterkte voorgevel en een nieuwe dakconstructie geven de kerk een ander aanzicht. De pleisterlaag aan de buitenzijde wordt verwijderd, waardoor de mooie kleuren van de baksteen en oude bouwfragmenten tevoorschijn komen. Aan een poortje, dat vroeger vanuit de bovenkapel toegang moet hebben verleend tot de kloostergebouwen (nu verdwenen) wordt een aardig balkonnetje verbonden. In 1952 wordt het kerkje plechtig in gebruik genomen.

Bezienswaardigheden

Het kerkraam in gekleurde glasapplicatie is een geschenk van een lid van de Waalse gemeente Arnhem en zijn echtgenote. De schenkers hopen er met het kerkraam aan bij te dragen dat de Waalse kerk een plaats zal worden waar mensen, ongeacht hun geloofsovertuiging, elkaar kunnen ontmoeten met een gedeeld ideaal van een nieuwe samenleving. Het thema dat de opdrachtgevers wilden uitdrukken is: “Het leven is een Pelgrimage”. Het raam is ontworpen en uitgevoerd door glazenier Hermine van der Does in haar atelier in Laren (Gld). In het ontwerp zien wij drie fases terug. Het geel in het meest linker paneel duidt op de aanvang van de dag, het begin van de reis. Geel is een optimistische, vrolijke, stralende kleur. Het witte lint dat de drie panelen verbindt symboliseert het pad dat we gaan door het leven.   

Na de restauratie van 1952 bood het Gemeentemuseum van Arnhem een z.g. rouwbord aan. Een rouwbord bevat de familiewapens van de persoon die in de kerk begraven is. Deze borden zijn vrij zeldzaam omdat ze in de Franse tijd vernield werden: zij herinnerden namelijk aan de standen.
Op dit bord staan twee wapens. Het ene is van Mr. Quirijn Maurits VerHuell (1718-1788), de schepen van Doetinchem, bewindhebber van de Oost-Indische Compagnie en gecommitteerde der Staten-Generaal. Op zijn wapen staan beugels (van het geliefde beugelspel) en weerhaken. Het ovale wapen is van zijn echtgenote, Judith Elsabe Anna van Rouwenoort van de Ulenpas (1739-1785).

De preekstoel dateert uit de renaissance (1610). Het Rijksmuseum heeft hem in bruikleen afgestaan. Oorspronkelijk stond hij in een kerk in Susteren, Aan deze kansel ontbreken nog een kaarsenhouder en een zandloper (om de lengte van de preek in de gaten te houden!).

Op het koor bevinden zich 3 grafzerken uit de 16e eeuw.
Linksvoor de zerk van Reyner van Aeswijn, overleden in 1521. Zijn dochter was non in het St. Agnietenklooster.
Linksachter een kleine zerk van jonkvrouw Percima Frans Antoni Mattheusdochter Borymer, overleden in 1578.
Van de grote zerk aan de rechterkant zijn de namen niet bekend.

De haan. Na het oorlogsbombardement zag een voorbijganger in de buurt van de Waalse kerk kinderen spelen met een ‘haantje van de toren’. Hij heeft het ornament mee naar huis genomen. Toen er 1983 een oproep in de pers verscheen om gegevens over de Waalse Kerk, meldde deze heer zich. Na bijna 40 jaar kwam de haan niet op, maar ín de kerk terug!

Eén van de drie kroonluchters dateert uit de 17e eeuw. De ander twee zijn een replica. De middelste kroonluchter is door schenking van een gemeentelid verkregen.  

De doopvont en de tafel zijn door leden van de kerk geschonken (in 1952).

Bij de verwoesting van de kerk tijdens de Slag om Arnhem verbrandde ook het Leichelorgel. Na de restauratie in 1952 heeft men enige jaren de beschikking gehad over een fraai cinemaorgel (uit het Luxor-theater) om de kerkdienst muzikaal te begeleiden.
Het huidige orgel is vervaardigd in I777 door Carl Philipp König, orgelbouwer te Keulen. Hij was de zoon van Ludwig König, die het beroemde orgel van de Stevenskerk in Nijmegen bouwde.
Dit orgel van König jr. bevond zich eerst in de Waals Hervormde Kerk van Nijmegen. Door oorlogshandelingen werd deze kerk zwaar beschadigd. Gelukkig had men het orgel tijdig veilig opgeslagen. De kerk werd niet meer herbouwd. In 1958 plaatste de Fa. Verschueren uit Heythuysen dit éénklaviers instrument in de Waalse Kerk van Arnhem.

De Waalse Gemeenten

De eerste Waalse gemeenten in Nederland zijn ontstaan in de 16e eeuw. Het calvinisme had zich vanuit Genève over Frankrijk verspreid en had van daaruit vrijwel meteen veel aanhangers gevonden in de Zuidelijke Nederlanden. Deze Zuid-Nederlandse calvinisten hadden hun eigen geloofsbelijdenis, de Confession de foy, die in 1561 door Guy de Brès was opgesteld. 

Omdat deze Franssprekende volgelingen van de leer van Calvijn in het Zuiden door de Spanjaarden onderdrukt en vervolgd werden, vluchtten zij naar het Noorden, waar zij hoopten hun geloof in alle vrijheid te kunnen belijden. Al vanaf de Synode van Dordrecht in 1578 kregen de Waalse kerken hun eigen Franstalige organisatie met kerkvergaderingen op classicaal en provinciaal niveau. De oudste Waalse Kerk is die van Middelburg (1574) en andere steden volgden spoedig daarna, zoals onder meer Amsterdam (1578), Utrecht (1583) en Leiden (1584).

Bij deze Églises Wallonnes ontstaan uit de eerste ‘refuge wallon’, de calvinistische vluchtelingen uit de Zuidelijke Nederlanden, voegden zich in de 17e eeuw de Franse Hugenoten (de ‘refuge huguenot’); deze Franse protestanten hadden wegens de Herroeping van het Edict van Nantes in 1685 met velen hun vaderland moeten verlaten. Onder hen telt men maar liefst 600 Franse predikanten van wie er ruim 360 naar ons land uitweken. Hoewel het hugenoten verboden was om Frankrijk te verlaten, op straffe van tewerkstelling op de galeischepen, verbeurdverklaring van goederen en/of gevangenisstraf, verlieten ca. 100.000 Franse protestanten hun land, waarvan er ongeveer 40.000 naar de Noordelijke Nederlanden trokken. Voor deze vluchtelingen en hun predikanten werden tussen 1682 en 1703, naast de al 32 bestaande Waalse kerken, nog eens 35 nieuwe geloofsgemeenschappen gesticht. 

De Waalse refugiés, die zich in Arnhem hadden gevestigd, vroegen al in de 16e eeuw bij de stedelijke magistraat (stadsbestuur) om een Franse predikant. Er werd toen besloten dat Ds. Herman Phrygius van de Nederduits Hervormde Gemeente zou preken in de Franse taal. Het viel Ds. Phrygius echter niet mee te preken in een vreemde taal en al spoedig verzocht hij van deze functie ontheven te worden. In 1640 was er opnieuw sprake van de oprichting van een Waalse kerk in Arnhem, maar uiteindelijk kwam deze pas in 1684 tot stand. Al eerder, in augustus 1683, had de vanuit Bergerac gevluchte predikant Daniël de Vernejou zich tot de provinciale synode van Goes gewend met het verzoek beroepen te worden in een van de Franstalige gemeentes van de Republiek. Nadat in januari 1684 op verzoek van de stedelijke magistraat van Arnhem aldaar door de Synode een Waalse kerk was gesticht, kon Daniël Vernejou op 23 maart 1684 in zijn ambt worden bevestigd als eerste predikant van de Waals-Hervormde Gemeente van Arnhem.

De magistraat, de Staten van het Veluws Kwartier en de Rekenkamer droegen bij in de stichting en instandhouding van deze Waalse gemeente. Vertegenwoordigers van deze organisaties hadden dan ook zitting in de kerkenraad.
Het stadsbestuur was de refugiés zeer gunstig gezind. De Walen mochten de Broerenkerk, die tot het Minnebroedersklooster had behoord, voor hun diensten gebruiken. Ze kregen de benodigde boeken, kussens en stoven, zelfs het meubilair werd hersteld. Een Franse bijbel werd geschonken door een lid van het bestuurscollege.

Sinds haar oprichting kerkten niet alleen Franse hugenoten in de Waalse kerk te Arnhem, maar zoals dat ook elders gebeurde, vele vertegenwoordigers van de lokale elite. In 1751 moeten de Walen plaats maken voor een regiment Zwitsers van luitenant-generaal De Stürler. De Broerenkerk wordt dan een garnizoenskerk. De Waalse gemeente verhuist naar de Gasthuiskerk in de Beekstraat. Daar houdt zij nog iedere 4e zondag van de maand een kerkdienst in de Franse taal.